Op een gemiddelde dag zie ik vooral beton, asfalt en baksteen. Ik woon en werk in een grote stad en ben daardoor slechts sporadisch in de natuur. Behalve als ik op vakantie ben. Dan ben ik een paar weken achter elkaar buiten, in de bossen en op het water. En dat voelt heel goed. Maar waarom is dat eigenlijk?
Dat de natuur een enorme aantrekkingskracht op de mens heeft, weten de meesten van ons wel. Ga maar na: bij mooi weer stromen stranden en parken vol en is het file lopen op de Veluwe. Geen wonder dat de mens zich al eeuwen bezighoudt met de helende werking van de natuur, en waar dat vandaan komt. Hoewel we intuïtief weten dat de natuur ons goed doet, ben ik benieuwd wat de wetenschap hierover zegt.
“Ik moet echt even opladen”
Er blijken verschillende verklaringen te zijn voor het positieve effect van de natuur op onze mentale gezondheid. Eén van de theorieën heeft te maken met het opladen van het aandachtsvermogen. Als je in een stedelijke omgeving woont, heb je eigenlijk constant je aandacht nodig. Je moet bijvoorbeeld op andere fietsers letten en daarbij niet relevante aandachttrekkers, zoals volgelopen terrassen of winkels met uitverkoop, negeren. Wanneer je in de natuur bent, is die gerichte aandacht niet langer nodig. Als je in een veilige, natuurlijke omgeving bent, kan je brein dus eigenlijk ontspannen en krijgt het de tijd om het aandachtsvermogen weer op te laden. Daarna zou je je weer beter kunnen beheersen en concentreren.
Een andere verklaring voor het positieve effect van de natuur heeft meer te maken met ons oerbrein. De mens is van oudsher gewend om in de natuur te (over)leven. Omgevingen waar de mens ooit de grootste overlevingskans had, zoals aan een waterkant of in een omgeving met een duidelijk zichtbare horizon, zouden zelfs nu nog een veilig en behaaglijk gevoel bij ons losmaken. Er is ook een theorie die stelt dat de natuur ons het gevoel geeft tot “iets groters” te behoren. En dat gevoel leidt ertoe dat je loskomt van negatieve gevoelens of gedachten.
Interessante verklaringen. En hoewel het lijkt alsof deze theorieën allemaal op zichzelf staan, zou het heel goed kunnen dat ze allemaal een stukje verklaren van het behaaglijke gevoel dat je krijgt wanneer je een tijdje in de natuur bent.
Turen naar de natuur
Maar hoeveel tijd moet je dan in de natuur doorbrengen om dat positieve gevoel te krijgen? En hoe hou je dat gevoel vast als je terug bent van vakantie en je weer omringt bent met beton, asfalt en bakstenen? Uit recent onderzoek blijkt dat je per week 120 minuten in de natuur moet zijn om een positief effect te merken op je mentale gezondheid. Dat kan best lastig zijn als je in een grote stad woont. Maar zoek dan geregeld een park op, of tuur desnoods een paar minuten per dag naar een afbeelding van de natuur. Want dat schijnt ook te helpen.
Ter informatie: deze blog werd eerder gepubliceerd op NEMO Kennislink.
Comments